
In opdracht van de Waddenacademie schreef onderzoeksinstituut Deltares het rapport ‘Zoetwatervoorziening in het Waddengebied’. In rap tempo nam Gualbert Oude Essink de aanwezigen mee door het rapport.
Een van de adviezen daaruit is om ook projecten buiten de regio, en buiten Nederland, mee te nemen. Daarmee begon Oude Essink zijn verhaal ook. “In Vietnam bijvoorbeeld speelt het gebrek aan zoetwater bijna dagelijks. Laten we vooral over de grenzen heenkijken.”
Om het probleem duidelijk te krijgen, liet hij nog even de getallen zien: van al het water is slechts 3 procent zoet, daarvan is 70 procent bevroren, 29 procent grondwater en 1 procent oppervlaktewater.
Zout water bevindt zich in Nederland ook, in tegenstelling tot wat de meesten denken, ook verder uit de kust. Dat komt door peilverlagingen uit het verleden, aldus Oude Essink. “Die hebben een grondwaterstroming richting binnenland veroorzaakt.”
Grondwatersysteem
Met een animatie liet hij zien hoe verziltingsprocessen in het grondwatersysteem ontstaan. Na een overstroming bijvoorbeeld kan dat heel snel gaan. De veenontwikkeling heeft weer voor extra zoet water gezorgd. “Die historie is nog steeds terug te zien.”
Als je het verleden kunt reconstrueren, kun je schatten wat zich in de ondergrond bevindt, betoogde de onderzoeker. Omdat het huidige grondwatersysteem onder druk staat, moeten ook weten hoe dat systeem precies werkt. Ook daar is al veel onderzoek naar gedaan. Er zijn meet- en monitoringssystemen die in korte tijd veel informatie opleveren, bijvoorbeeld het karteren van de ondergrond met een helikopter, zoals dat al in Zeeland gebruikt en straks ook in deze regio.
Modellen worden gebruikt om een projectie van de toekomst te maken, bijvoorbeeld van de effecten van de zeespiegelstijging. De kweldruk neemt toe, maar volgens Oude Essink is die niet alarmerend. De zoutvracht wordt mogelijk wel een probleem. “Dan moeten we doorspoelen, maar daarvoor is heel veel extra water nodig en dat hebben we niet.”
Oplossingen
In het rapport worden mogelijke oplossingen genoemd, zoals ondergrondse waterberging en een kreekrug-infiltratiesysteem, zoals dat in Zeeland al wordt toegepast. “Voor boeren is dat perfect. Het gaat maar om circa vier weken per jaar.”
Los van de techniek moeten we volgens de onderzoeker ook inzetten op bijvoorbeeld waterbesparing. “Er is geen ‘silver bullet’”, benadrukte hij. “Maar laten we het samen doen en best practices met elkaar delen, ook met bijvoorbeeld Duitsland en Australië. Daar hebben ze al grote stappen gezet. Dare to share.”
Download de bij deze presentatie behorende slideshow
Download het rapport Zoetwatervoorziening in het Waddengebied: tussen zoet en zout